De Scheldekwestie

Een potentieel gevaar voor Engeland
Sinds de Vrede van Amiens (1802-1803) verkeerde Groot-Brittannië weer in oorlog met Frankrijk en zijn bondgenoten, inclusief het Koninkrijk Holland. De havenstad Antwerpen en Vlissingen vormden, na Toulon, het tweede Franse marine arsenaal. Daarbij was het vanuit Zeeland slechts één dag varen naar de riviermonding van de Thames. De Schelde was dus als een geweerloop gericht op Engeland.

Het strategisch belang van de Schelde
Om niet verrast te worden blokkeerden 2 Engelse oorlog eskaders de vaarroute voor de kust van Zeeland. Onderwijl zocht men met Oostenrijk naar een tweede frontgebied.
Het eerste lag in Duitsland, de erfstaten van Koning George III van Engeland. Dit gebied werd echter bezet door de Fransen. Om een totale oorlog in dat gebied te voorkomen wilde men proberen de Fransen te verdrijven naar het westen. Een tweede front in het westen was daarom noodzakelijk, evenals een Oostenrijkse overwinning in het oosten.
De Engelsen kozen hierop de Schelde en dan wel vanwege Vlissingen en Antwerpen.
Militaire doelstellingen
- Een krachtige steun te realiseren met Oostenrijk.
- Vernietigen van de Franse vloot en haven van Antwerpen.
- Het gebruik van Vlissingen als Marinebasis te ontzeggen, deze was d.m.v. een verdrag in 1795 aan de Fransen overgedragen.
Groot Brittannië kon dus op maritieme vlak veel voordeel halen.
De goede verdediging van de Schelde
De route naar Antwerpen was niet zonder gevaar; de toegang werd geblokkeerd door de vestingwerken van Vlissingen en langs de Schelde stonden tientallen forten.
Met de Oostenrijkers in het door Frans-bezet Duitsland, hoopten de Engelsen op een Oostenrijkse overwinning. De Fransen zouden zich dan terug trekken naar het Brits bezet gebied en zo de Fransen in de kiem te smoren. Om Antwerpen niet in staat van verdediging te brengen was snelheid dus heel belangrijk.
Het strand van Cadzand zou hierin een grote rol gaan spelen voor een succesvolle verloop van de operatie.
Die operatie zou moeten lopen in 2 fasen zoals hieronder omschreven:
De expeditie in 2 fasen
Fase 1:
De vloot zou met de hoofdmacht de rivier opvaren, terwijl een deel van de troepen in de Scheldemonding op beide oevers zouden landen ter bescherming van de vloot.
Fase 2:
Bij Zandvliet op de rechter Scheldeoever moest de hoofdmacht aan land worden gezet om vervolgens naar Antwerpen op te trekken.
Voor de eerste fase waren 28.000 man beschikbaar, voor het tweede 16.500 man.
Een voorstelling van hoe de uitdaging vanaf Fort Bath (gesitueerd onder) zou zijn.
Zoals de Hollanders in 1665 de Medway opvoer, zo zouden de Engelsen via de Westerschelde de tocht naar Antwerpen (boven) maken.
De route naar zou aan beiden oevers veilig gesteld worden mits Fase 1 goed was uitgevoerd.
Diverse forten bewaakten beiden oevers en konden Britse schepen gemakkelijk beschieten.

Dit evenement wordt mogelijk gemaakt door:

